Het kabinet Rutte II kan door met zijn plannen voor de woningmarkt, pensioenen en zorg nadat het dinsdag belangrijke overwinningen boekte.

Het lot van het kabinet lag dinsdag in handen van één man: PvdA-senator Adri Duivesteijn. Hij had grote moeite met de verhuurdersheffing, omdat die ten koste zou gaan van investeringen in huizen en wijken.

Als hij tegen het woonakkoord stemde dat het kabinet eerder met de oppositie sloot, zou de schatkist 1,7 miljard mislopen en zou er op het Binnenhof een crisisachtige situatie ontstaan.

Zover kwam het niet. In de nacht van dinsdag op woensdag ging de Eerste Kamer akkoord met het wetsvoorstel voor een heffing aan verhuurders van meer dan tien huizen en de afspraken uit het woonakkoord. De marge was krap: 38 stemmen voor en 37 tegen.

Heffing evalueren na twee jaar

Toch ging Duivesteijn niet met lege handen naar huis. Minister Blok van Wonen zegde toe de omstreden heffing te verlagen als bij een evaluatie over twee jaar blijkt dat ze te veel schadelijke effecten heeft voor de woningmarkt. Ook toonde hij zich bereid een investeringsfonds voor de sector op te zetten. Duivesteijn kreeg daarmee niet volledig zijn zin, maar hij “telde zijn zegeningen”.

De PvdA'er wilde het liefst dat de heffing maar tijdelijk zou worden ingevoerd, tot eind 2016. Dat ging Blok te ver, maar hij beloofde wel een al toegezegde evaluatie een jaar naar voren halen. Mocht daaruit blijken dat de gevolgen die Duivesteijn vreest inderdaad optreden, dan zal hij de heffing in 2017 verlagen. Hoe het gat in de overheidsbegroting dat dan ontstaat gevuld moet worden, is nog niet duidelijk.

Investeringsfonds voor woningbouwsector

Blok toonde zich ook bereid een investeringsfonds in het leven te roepen voor de woningbouwsector, al heeft hij nauwelijks geld om dat te vullen. Duivesteijn had eerder gevraagd om een flink deel van de opbrengst van de verhuurderheffing in een fonds te stoppen, maar dat weigert Blok.

Na een lange schorsing gingen Duivesteijn en zijn fractiegenoten toch akkoord met de tegemoetkomingen van Blok. Sommige oppositiefracties verweten de PvdA-senator "een draai" te hebben gemaakt.

Pensioenhervorming

Het woonakkoord was niet het enige succes dat Rutte en consorten dinsdag wisten te boeken. Eerder op de dag sloten kabinet en coalitie een akkoord over verlaging van de pensioenopbouw met D66, ChristenUnie en SGP. Volgens ingewijden zijn de partijen het dinsdag al vrijwel eens geworden. Woensdag zetten kabinet en de pensioenwoordvoerders van de vijf fracties de puntjes nog even op de i.

Het kabinet onderhandelt al weken over zijn pensioenplan met de drie oppositiefracties. Eerder deden CDA en GroenLinks ook mee, maar die werden vorige week opeens niet meer uitgenodigd.

Het kabinet heeft steun van de oppositie nodig omdat het geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Het wetsontwerp om de jaarlijkse pensioenopbouw te verlagen, liep daar enkele maanden terug spaak. Het moest een besparing van 2,8 miljard opleveren, de grootste uit het regeerakkoord.

Plan kabinet: pensioenopbouw verlagen

Het kabinet wilde dat vanaf 2015 jaarlijks nog maar 1,75 procent van het inkomen fiscaal vriendelijk zou kunnen worden gespaard voor het pensioen. Dat is nu nog maximaal 2,25 procent.

Volgens het kabinet is een verlaging mogelijk omdat iedereen voortaan langer werkt en dus ook langer voor zijn pensioen kan sparen. Maar de oppositie vond de ingreep veel te ver gaan, en eiste een hogere pensioenopbouw.

Pensioenfonds voor zzp'ers

De partijen zijn het nu eens geworden over een jaarlijkse opbouw van 1,875 procent. Daarnaast komt er op aandringen van de oppositie ook een pensioenfonds voor zzp'ers.

De wensen van de oppositiefracties kosten in totaal zo'n 600 miljoen. Dat geld wordt gevonden door te snijden in de subsidies om 50-plussers aan het werk te houden. Ook gaat een premieverlaging voor werkgevers niet door. Beide maatregelen leveren elk zo'n 250 miljoen op. Daarnaast worden pensioenfondsen btw-plichtig. Dat is goed voor een dikke 100 miljoen.

Het kabinet verwacht dat de lagere pensioenopbouw gepaard gaat met een verlaging van de pensioenpremies. Het gaat om zo'n 600 miljoen euro.

Akkoord met gemeenten over zorg

En ook daar houdt de succesdinsdag van het kabinet niet op. Staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid sloot dinsdag namelijk een akkoord met de Vereniging Nederlandse Gemeenten over veranderingen in de langdurige zorg en de maatschappelijke ondersteuning.

Afgesproken is dat de gemeenten 200 miljoen euro krijgen in 2015 om overgangsproblemen in de nieuwe opzet van de langdurige zorg op te kunnen vangen. Veel taken van het Rijk gaan namelijk over naar gemeenten en zorgverzekeraars.

Vanaf 2016 is er voor de gemeenten jaarlijks eenzelfde bedrag voor vernieuwing van de maatschappelijke ondersteuning. Daarbij komt er voor 2015 ook zo'n 125 miljoen euro beschikbaar, 5 procent van het totale budget voor de persoonlijke verzorging.

VNG legt afspraken voor aan leden

De VNG zegde onlangs nog het overleg over de hervorming van de langdurige zorg op. Dat gebeurde nadat Van Rijn had besloten dat de persoonlijke verzorging, hulp bij douchen of het aantrekken van steunkousen, toch geen taak van de gemeenten werd maar een verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars.

Van Rijn is blij met de gemaakte afspraken. "Het is heel belangrijk dat wij ook met de gemeenten overeenstemming hebben om de langdurige zorg in de buurt goed te organiseren." Jantine Kriens, voorzitter van de directieraad van de VNG, meldde dat er "een maximaal haalbaar pakket afspraken ligt waarmee gemeenten in 2014 verder kunnen''. De VNG legt de afspraken de komende weken voor aan de leden.

Bron: Z24/ANP

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl